Woede komt veelvuldig voor bij hoogbegaafde kinderen. Door hun gevoeligheid, ervaren ze, zien ze en voelen ze heel veel. Niet alleen de opvallende zaken in het leven, maar juist vaak ook de “kleine” dingen. Daarnaast denken ze ontzettend veel na en zijn ze bezig met “grote” levensvragen. Doordat ze alle gevoelens die ze hierbij ervaren nog niet altijd even goed kunnen reguleren uiten ze zich met woede.
Uitingsvormen
Woede zorgt ervoor dat je hart sneller gaat kloppen, je bloeddruk omhoog gaat en je rood aanloopt. Het zorgt ervoor dat je lichaam klaargemaakt wordt zodat je kan gaan handelen. Van nature helpt deze emotie ons wanneer we in een bedreigende situatie zitten. Het zorgt ervoor dat wij kunnen vechten en onszelf kunnen beschermen.
Woede kent verschillende uitingsvormen. Zo kan je kind verontwaardigd zijn, nijdig zijn, irritatie voelen of boosheid laten zien. Deze verschillende vormen van woede geven de heftigheid van de emotie aan. Een kind kan zijn woede zowel passief als agressief uiten. Bij het passief uiten van de boosheid gaat het om het negeren van een ander of de situatie, het opgeven, de situatie uit de weg gaan of zichzelf ergens de schuld van geven. Wanneer je kind zich agressief uit dan hebben we het over wraak nemen, schreeuwen, fysieke agressie of anderen ergens van beschuldigen. Op welke manier een kind zich uit is afhankelijk van het kind en zijn situatie. Het kind kan zijn boosheid direct uiten. Maar het is ook mogelijk dat een kind zich met een omweg uit doordat het kind zichzelf niet durft te laten zien.
Oorzaak van woede
Er kunnen ontzettende veel verschillende oorzaken zijn waarom je kind zijn woede uit. Het kan een directe reactie zijn op een situatie die hij ervaart als gevaarlijk. Het is ook mogelijk dat de oorzaak indirect is. Hiermee wordt bedoeld dat de woede de uitingsvorm is, maar dat er een daadwerkelijk andere emotie onderligt. Zo kan een kind bijvoorbeeld woedend worden terwijl het eigenlijk teleurgesteld is.
De emotie komt voort uit een trigger of door een bepaalde situatie. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen interne trigger of een externe trigger. Bij interne triggers hebben we het over de gedachten die een kind kan hebben. Wanneer we het hebben over een externe trigger dan gaat het om iets wat buiten het kind het kind ligt. Bijvoorbeeld een stemverheffing van de leerkracht, geduwd worden door een ander kind etc.
Omgaan met woede
Het aanvaardbaar kunnen omgaan met emoties noemen we ook wel emotieregulatie. Het gaat om het kunnen veranderen van emoties die geactiveerd zijn. Deze verandering van de emoties kan door de persoon zelf gedaan worden (intrinsiek). Maar het kan ook dat de omgeving een rol speelt bij het veranderen van de emoties (extrinsiek). Hoe jonger het kind hoe meer ze afhankelijk zijn van de extrinsieke emotie regulatie. Dit betekent dat (jonge) kinderen hun ouders en andere volwassenen nodig hebben bij het omgaan met hun emoties zoals woede. Door de hulp die zij krijgen zolang als zij in ontwikkeling zijn leren ze gaande weg om te gaan met hun woede.
De reden dat ze deze ondersteuning nodig hebben heeft te maken met de ontwikkeling van de hersenen. Er zijn twee hersenhelften waarbij de linker hersenhelft zich onder andere bezig houdt met de logica (betekenis / reden). Dus het kunnen beredeneren van in dit geval de eigen woede. De andere kant is de rechterhersenhelft waarbij het onder andere gaat om het verwerken van indrukken en ervaren van gevoelens. Bij kleine kinderen is de rechterhersenhelft dominant. Dat wil zeggen dat deze kant de overhand heeft. Naarmate ze ouder worden gaat de linkerhersenhelft steeds meer meedoen. Er wordt steeds meer samengewerkt. Maar ondanks deze toenemende samenwerking reageren kinderen op situaties en triggers vooral vanuit hun rechterhersenhelft. Dit betekent dat bij je kind de emoties in eerste instantie de overhand nemen. Vandaar dus dat jouw kind vaak eerst zal reageren met een emotie zoals woede alvorens erover te kunnen praten.
Reactie plaatsen
Reacties